Wist je dat:
- Het zelden voorkomt dat iemand met dyslexie geen spellingsproblemen heeft; dyslexie zonder opvallende leesproblemen komt iets vaker voor (Bosman, 2004).
- Meisjes over het algemeen iets beter spellen dan jongens (zie o.a. Bosman, 2004).
- Er een relatie lijkt te zijn tussen intelligentie en de kwaliteit van de spelling, maar die relatie is niet erg sterk.
- Dyslectici vooral méér, maar niet andere fouten maken dan niet-dyslectici; de fouten die ze maken zijn inhoudelijk niet anders dan die van niet-dyslectici (Bourassa & Treiman, 2003). Fouten die typisch zijn voor dyslectici bestaan vrijwel niet. Omdraaiingen van letters, zoals de [b] en de [d], zijn fouten die typisch zijn voor aanvankelijke lezers en spellers. Omdat deze aanvankelijke lees- en spellingsfase bij kinderen met dyslexie langer duurt, zijn deze omdraaiingen bij hen langer te zien. Oudere leerlingen met dyslexie maken deze fouten echter vrijwel niet meer (Braams, 2002).